Hernieuwde interesse voor schooltuinen
Schooltuinieren in Nederland kent een lange geschiedenis. Ruim 100 jaar geleden begon de aanleg van schooltuinen met een snelle opmars vanuit het idee dat zelfwerkzaamheid een belangrijk onderdeel is van de opvoeding. Aan het planten, wieden, water geven, oogsten, koken en proeven van de verbouwde producten worden allerlei positieve eigenschappen toegeschreven zoals versterking van het zelfbewustzijn (trots) en oefening in zorgzaamheid, geduld en doorzettingsvermogen. Momenteel is er hernieuwde interesse voor schooltuinen. Aandacht voor vergroening van de schoolomgeving en sterkere inzet op ervaringsgericht leren dragen hieraan bij.
Onderzoek
Doel van het project is om tot een modelinterventie voor schooltuinen te komen waarin basiselementen zijn omschreven. Aan de hand van een literatuurreview en beoordeling van ervaringsdeskundigen worden deze basiselementen vastgesteld. Vervolgens wordt het effect en het implementatieproces onderzocht van schooltuinen die aan deze criteria voldoen. Om inzicht te krijgen in de werkzaamheid van deze schooltuininterventies willen we een breed palet aan uitkomstmaten meenemen. Dit betekent dat we naast groente- en fruitconsumptie ook kijken naar de houding (attitude) van kinderen ten aanzien van groenten en moestuinieren. Daarnaast nemen we o.a. gevoelens van trots, autonomie en sociale interactie mee om te onderzoeken hoe dit bijdraagt aan groente- en fruitconsumptie. Ook onderzoeken we wat nodig is voor structurele inbedding.
Samenwerking
Binnen dit project werkt Wageningen University & Research samen met de Alliantie Schooltuinen, Programmabureau Jong Leren Eten en Rijk Zwaan Zaadteelt en Zaadhandel. Naast een bijdrage van deze partijen wordt het project gefinancierd door de Topsector Agri & Food en het Ministerie van LNV.